Door Nicolas Per
Om de jaarlijkse elektriciteits- en gasrekening met een contract met variabele prijs te schatten, zijn vergelijkingssystemen gebaseerd op huidige prijzen of toekomstige voorspellingen. Door prijsschommelingen kunnen deze simulaties aanzienlijk afwijken van de werkelijke kosten. Dit artikel analyseert twee simulatiemethoden en hun afwijkingen van daadwerkelijk betaalde facturen.
Wanneer een gebruiker een elektriciteits- en gascontract wil afsluiten, wordt hij geadviseerd om naar een contractvergelijker te gaan om het contract te vinden dat het beste bij zijn behoeften past, en zo een simulatie te krijgen van het jaarlijkse factuurbedrag. In het hart van de energieprijscrisis die in 2021 begon, zagen gebruikers die vóór deze periode geen contract met een vaste prijs hadden getekend, hun rekeningen exploderen. Degenen die na een vergelijking vóór deze periode een contract met variabele prijs hadden ondertekend, verwachtten echter dat zij als gevolg van de prijsexplosie een jaarlijks bedrag zouden betalen dat veel lager was dan wat zij feitelijk moesten betalen. Om het bedrag van een jaarlijkse gas- en elektriciteitsrekening te simuleren, gebruiken de vergelijkers de prijzen van de huidige gas- en elektriciteitsbeursnoteringen en konden ze daarom niet anticiperen op de explosie van toekomstige prijzen.
Na de presentatie van de methoden die door de vergelijkers worden gebruikt, concentreren we ons op een concreet geval, door voor een bepaald contract een simulatie van een jaarfactuur tegen een variabele prijs (op het moment van ondertekening) te vergelijken met het werkelijke bedrag van de bekende jaarfactuur. a posteriori.
1 Simulatie van energierekeningen tegen variabele prijzen: methoden en limieten
Om een jaarlijkse elektriciteits- en gasrekening te simuleren onder een contract met variabele prijs, moet u een vergelijker gebruiken. In tegenstelling tot een contract met een vaste prijs, waarbij de prijs per kWh gedurende de hele looptijd van het contract hetzelfde blijft, verandert die van een contract met een variabele prijs elke maand of elk kwartaal. De simulatie kan daarom alleen bij benadering worden benaderd door de prijzen van de huidige maand te extrapoleren naar het verbruik voor het hele jaar. De oefening kent dus grenzen.
Er bestaan twee methoden om het bedrag van de jaarlijkse factuur te schatten:
- door de door de leverancier gedurende de lopende maand aangeboden prijs naar het gehele jaar te extrapoleren. Als we de offerte voor de huidige maand niet kennen, gebruiken we doorgaans die van de voorgaande maand.
- door middel van de VREG-methode (de Vlaamse toezichthouder), d.w.z. door gebruik te maken van een inschatting van toekomstige prijsontwikkelingen op basis van het gemiddelde van toekomstige koersen[1] voor de komende 12 maanden[2] .
Beide methoden hebben beperkingen. In de eerste plaats zal het bedrag van de jaarlijkse simulatie van de factuur niet overeenkomen met wat gebruikers zullen betalen, vanwege het type contract. De werkelijke prijs per kWh die van toepassing zal zijn op het moment van de facturering zal afhangen van de evolutie van de offertes, maand na maand; het is onmogelijk om deze op voorhand te kennen; Pas wanneer de leverancier een overzichtsfactuur uitreikt, kan de gebruiker de prijs kennen van de kWh die daadwerkelijk aan hem in rekening is gebracht. De eerste methode gebruikt de laatst bekende quote om deze naar het hele jaar te extrapoleren. Het tweede werd door toezichthouders naar voren gebracht om de talrijke vergelijkingsproblemen aan te pakken die zich tijdens de prijscrisis voordeden, voornamelijk als gevolg van de onzekerheid over de prijsontwikkelingen en de moeilijkheid om contracten over verschillende perioden te vergelijken. Deze methode was bedoeld om de grenzen van de vorige te overwinnen door toekomstige aanhalingstekens te gebruiken. Deze methode kent echter ook beperkingen vanwege het feit dat er gebruik wordt gemaakt van toekomstige koersen voor de komende twaalf maanden, d.w.z. wat de markt vandaag denkt over wat de prijs van de koersen voor de komende twaalf maanden zal zijn. De geschatte prijs zal daarom niet de werkelijke prijs zijn die gebruikers betalen.
2 Vergelijking van schattingsmethoden met werkelijke prijzen
Om deze grenzen te illustreren, hebben we drie simulaties met het contract uitgevoerd Direct geïndexeerd door ENGIE[3] : de eerste door middel van de jaarlijkse extrapolatie van de prijs van de huidige maand (eerste methode), de tweede uit toekomstige offertes (VREG-methode) en de derde uit de werkelijke waarden van offertes gedurende de twaalf maanden (werkelijke berekening a posteriori). Dit laatste komt overeen met de prijs die daadwerkelijk door de gebruikers wordt betaald. Wij hebben gekozen voor de periode juli 2023 tot en met juni 2024.
2.1 Jaarlijkse extrapolatie van de laatst bekende prijs
De eerste methode maakt gebruik van de prijs per kWh die op de prijslijst voor juli 2023 wordt weergegeven, namelijk 14,38 c€/kWh voor elektriciteit en 4,504 c€/kWh voor gas. Met behulp van deze prijzen vertegenwoordigt de simulatie van de jaarfactuur:
- Voor een gemiddelde consument[4], 720 euro voor elektriciteit, 959 euro voor gas, d.w.z. 1679 euro in totaal.
- Voor een gemiddelde consument[5], 1176 euro voor elektriciteit, 1252 voor gas, d.w.z. 2428 euro in totaal.
2.2 VREG-methode
De tweede methode maakt gebruik van de prijs van de geschatte gemiddelde jaarlijkse kWh, die ook op het prijsoverzicht van de leverancier wordt weergegeven. In juli 2023 bedroeg deze prijs € 18,5 cent/kWh voor elektriciteit en € 6,24 cent/kWh voor gas. Met behulp van deze tarieven vertegenwoordigt de geschatte jaarlijkse factuur:
- Voor het mediaanverbruik 803 euro voor elektriciteit, 1180 euro voor gas, d.w.z. 1983 euro in totaal.
- Voor gemiddeld verbruik 1320 euro voor elektriciteit, 1547 voor gas, dus 2867 euro in totaal.
2.3 Berekening achteraf op reële waarden
Tenslotte berekenden we het factuurbedrag op basis van de prijs per kWh zoals deze maand na maand daadwerkelijk werd gefactureerd. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van de koersen op de beurzen tussen juli 2023 en juni 2024. Hierdoor konden we de volgende gemiddelde jaarprijzen voor elektriciteit en gas berekenen: 11,89 c€/kWh voor elektriciteit en 4,69 c€/kWh voor gas. Met behulp van deze tarieven vertegenwoordigt de jaarlijkse factuur:
- Voor gemiddeld verbruik 669 euro voor elektriciteit en 983 euro voor gas, dus 1652 euro in totaal.
- Voor het mediaanverbruik is 1089 euro voor elektriciteit en 1283 euro voor gas, d.w.z. 2372 euro in totaal.
3 Simulatie van energierekeningen tegen variabele prijzen: methoden en limieten
De onderstaande tabel vat de resultaten samen die zijn verkregen met de verschillende methoden voor het simuleren van energierekeningen voor contracten met variabele prijs. Het vergelijkt de met elke methode gemaakte schattingen met de daadwerkelijk betaalde bedragen, waardoor de discrepanties tussen de schattingen en de uiteindelijke kosten voor de consument worden geïllustreerd.
Mediane consumptie | |||||
Elektriciteit | Gas | Jaarlijkse elektriciteitsrekening | Jaarlijkse gasrekening | Totale factuur | |
Prijs per kWh (methode 1[6]) | 14,38 € | 4,504 € | 720 € | 959 € | 1679 € |
Toekomstige gemiddelde kWh-prijs (methode 2) | 18,5 € | 6,24 € | 803 € | 1180 € | 1983 € |
Prijs van kWh-telling | 11,89 € | 4,69 € | 669 € | 983 € | 1652 € |
Verschilmethode 1/werkelijke telling | -17.32 % | +4,13 % | -7,08 % | + 2,50 % | -1,80 % |
Verschilmethode 2/werkelijke telling | -35,73 % | -24,84 % | -16,70 % | -17 % | – 16,69 % |
Voor de onderzochte periode overschatten zowel de methode op basis van de laatst bekende prijsopgave als de methode op basis van toekomstige prijzen (VREG) de werkelijk betaalde prijs. In de loop van het jaar daalden de energieprijzen op de beurzen zelfs, wat resulteerde in een lagere jaarrekening dan deze twee simulaties voorspelden. Bij de eerste methode was het werkelijke factuurbedrag 7 % lager voor elektriciteit en 2,5 % hoger (gas) voor het gemiddelde jaarverbruik. Het bedrag is echter ongeveer 17 % lager voor de twee energieën als we de werkelijke factuur vergelijken met de simulatie op basis van toekomstige prijzen.
4 Conclusie
We moeten echter niet concluderen dat de eerste methode een nauwkeurigere schatting mogelijk maakt. Als dit in onze simulatie het geval zou zijn, is er geen reden waarom dit altijd hetzelfde zou zijn. De prijzen hadden bijvoorbeeld in de loop van het jaar kunnen stijgen. De op toekomstige prijzen gebaseerde methode zou het dan mogelijk hebben gemaakt om de jaarlijkse rekening dichter bij de werkelijk betaalde rekening te schatten. Deze twee methoden lopen dus elk tegen hun grenzen aan, maar maken het wel mogelijk contracten te vergelijken op het moment van de simulatie.
[1] Citaten toekomst zijn de prijzen van futurescontracten op de energiemarkten. Deze weerspiegelen de verwachtingen van marktdeelnemers met betrekking tot de ontwikkeling van de energieprijzen op een bepaalde toekomstige datum.
[2] Zie: https://www.vreg.be/nl/faq/hoe-berekent-de-v-testr-de-geschatte-jaarkost-voor-variabele-contracten
[3] Het contract Direct van ENGIE is het goedkoopste contract dat deze leverancier aanbiedt.
[4] Voor de gemiddelde Brusselse consument bedraagt het jaarlijkse gasverbruik 12.728 kWh, en het elektriciteitsverbruik 2.036 kWh.
[5] Voor de gemiddelde Brusselse consument bedraagt het jaarlijkse gasverbruik 17.000 kWh en het elektriciteitsverbruik 3.500 kWh.
[6] We noemen hier methode 1, die gebaseerd is op de laatst bekende prijsopgave, en methode 2, die gebaseerd is op toekomstige prijzen.