Het emissiehandelssysteem van de Europese Unie

Pollueur payeur

Het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU ETS), ook wel bekend als EU ETS, vormt de kern van het Europese klimaatbeleid. Het werd in 2005 ingevoerd en is de eerste koolstofmarkt ter wereld. Het is nog steeds een van de grootste en meest gestructureerde. De ambitie is duidelijk: de uitstoot van broeikasgassen in de industriële sectoren met de grootste uitstoot op een efficiënte en economisch haalbare manier verminderen. Aanvankelijk was dit systeem beperkt tot de sectoren met de hoogste uitstoot (industrie, elektriciteitsproductie, luchtvaart), maar binnenkort zal het worden uitgebreid naar gebouwenverwarming en wegtransport via een tweede mechanisme, ETS 2 genaamd. We zullen dit mechanisme in meer detail bespreken in een apart artikel.

1 Principe van ETS

Met dit mechanisme wordt een prijskaartje aan vervuiling gehangen, door bedrijven te dwingen quota te kopen die in verhouding staan tot hun CO₂-uitstoot. Daarmee wordt het principe ‘de vervuiler betaalt’ toegepast: hoe meer broeikasgassen een bedrijf uitstoot, hoe meer het moet betalen. In die zin streeft het ETS ernaar de belangrijkste economische actoren verantwoordelijk te stellen voor de opwarming van de aarde, door de milieukosten van hun activiteiten te integreren in hun beslissingen. Het gaat om het internaliseren van negatieve externaliteiten[1] wat deze emissies voor de maatschappij als geheel betekenen.

Dit systeem is onderdeel van de traditie van Pigouviaanse belastingen, vernoemd naar de econoom Arthur Pigou, die voorstander was van het idee om mensen te laten betalen voor activiteiten die schadelijk waren voor de gemeenschap. Maar in tegenstelling tot een traditionele belasting, waarvan de prijs door de staat wordt vastgesteld, is het ETS gebaseerd op het emissiehandelsprincipe: de Unie stelt een algemeen emissieplafond vast, dat elk jaar daalt, en laat vervolgens de markt de prijs van koolstof bepalen op basis van vraag en aanbod naar emissierechten. Deze geleidelijke verlaging van het plafond garandeert theoretisch een voortdurende vermindering van de emissies op Europese schaal, door de verplichtingen voor uitstotende bedrijven geleidelijk te verscherpen.

2 Werking van het EU ETS-systeem 1

Het EU ETS-systeem is gebaseerd op verschillende mechanismen die zijn ontworpen om de effectiviteit ervan bij het verminderen van emissies te garanderen:

  • Emissieplafond: De Europese Unie stelt een algemeen plafond vast voor de CO₂-uitstoot van de relevante sectoren. Deze limiet stelt een absolute limiet aan de totale hoeveelheid CO₂ die alle bedrijven mogen uitstoten. Daarmee wordt een beperkte hulpbron gecreëerd die waarde geeft aan emissierechten. Dit plafond wordt elk jaar geleidelijk verlaagd, waardoor op lange termijn een continue vermindering van de uitstoot wordt gewaarborgd. Dit mechanisme is gebaseerd op het principe van “emissiehandel»: het totale emissieplafond is beperkt en er worden individuele quota aan bedrijven toegekend. Bedrijven kunnen vervolgens quota kopen en verkopen op de markt, afhankelijk van hun behoeften.
  • Toewijzing van quota :Emissierechten worden op twee manieren aan bedrijven toegekend:
    • Gratis toewijzing: Bepaalde sectoren die sterk onderhevig zijn aan internationale concurrentie, zoals de staal- of cementsector, krijgen gratis quota om te voorkomen dat ze naar landen met minder strenge regelgeving verhuizen.
    • Veiling: Een aanzienlijk deel van de rechten wordt op de markt verkocht en bedrijven moeten de hoeveelheid kopen die nodig is om hun emissies te dekken.
  • Quota-uitwisseling :Zodra quota zijn toegewezen, kunnen bedrijven naar behoefte quota kopen en verkopen. Dit mechanisme biedt flexibiliteit: degenen die erin slagen hun emissies onder hun quotum te brengen, kunnen hun overschotten verkopen, terwijl degenen die hun limiet overschrijden, extra quota moeten kopen. Zo kunnen ze de reductie bevorderen waar deze het meest economisch is.
  • Emissieverificatie :De emissies van de installaties worden jaarlijks geverifieerd door onafhankelijke instanties. Zo wordt gewaarborgd dat elk bedrijf aan zijn emissieverplichtingen voldoet. Als een bedrijf niet het aantal quota terugbetaalt dat overeenkomt met zijn uitstoot, riskeert het financiële sancties.
  • Jaarlijkse verlaging van het plafond :Het emissieplafond wordt elk jaar verlaagd om een geleidelijke daling van de CO₂-uitstoot te garanderen. De jaarlijkse vermindering bedroeg 1,74 % tussen 2013 en 2020, 2,2 % tussen 2021 en 2023 en 4,3 % per jaar vanaf 2024.[2].

3 sectoren die onder het EU ETS vallen

Het systeem bestrijkt ongeveer 10.000 installaties, waaronder energiecentrales, industriële installaties en luchtvaartmaatschappijen die binnen de EU actief zijn. Deze installaties zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40 % van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU. Het systeem bestrijkt de meest vervuilende sectoren, namelijk:

  • Energie- en warmtecentrales, die verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van de CO₂-uitstoot. Huishoudens betalen een deel van deze kosten indirect terug via hun elektriciteitsrekening, omdat elektriciteitsproducenten rechten moeten kopen voor hun emissies en deze moeten doorberekenen in de elektriciteitsprijs.
  • Zware industrieën zoals staal, cement, chemie en aluminium.
  • Intra-Europese luchtvaart, die onder het EU ETS-systeem valt voor vluchten binnen de Europese Unie, evenals vluchten naar Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Bepaalde sectoren, met name die welke te maken hebben met sterke internationale concurrentie, kunnen profiteren van gratis quota om het risico te beperken dat zij hun productie verplaatsen naar landen met minder strenge klimaatnormen. Sinds de oprichting heeft het EU ETS een vermindering van 40 % van de emissies die onder het systeem vallen in de betrokken sectoren mogelijk gemaakt[3].

4 Evolutie van de koolstofprijs

De koolstofprijs binnen het EU ETS is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. Deze toename is vooral te danken aan een strenger emissiereductiebeleid, een grotere vraag naar emissierechten en een beperkt aanbod. De onderstaande grafiek illustreert deze trend:

Bron: Zandzak[4]

We zien dat de prijs per ton CO2 de laatste jaren sterk is gestegen, wat erop wijst dat de markt voor uitstotende bedrijven geleidelijk aan restrictiever wordt.

 

5 Conclusie

Het EU ETS is een belangrijk instrument van het Europese klimaatbeleid. Met dit systeem hoopt de Europese Unie de CO₂-uitstoot te verminderen en tegelijkertijd de industrie concurrerend te houden. Met de huidige hervorming wordt het EU ETS geleidelijk uitgebreid naar andere sectoren, waaronder ruimteverwarming en wegvervoer, met de oprichting van een tweede mechanisme genaamd ETS 2. Deze uitbreiding is bedoeld om de klimaatambities van de EU verder te versterken door extra sectoren te omvatten, met als doel de doelstellingen voor koolstofneutraliteit in 2050 te behalen. We zullen dit in een toekomstig artikel bespreken.


[1] In de economie is een externaliteit een indirect effect van een economische activiteit op derden, waar de markt geen rekening mee houdt. Het kan negatief of positief zijn. Het concept van internalisatie van externaliteiten verwijst naar het proces waarbij de kosten of baten die door externaliteiten worden veroorzaakt, worden geïntegreerd in de beslissingen van economische actoren. Dat betekent dat zij rekening moeten houden met de maatschappelijke kosten van hun activiteiten. Dit mechanisme wordt als essentieel beschouwd om marktfalen te corrigeren dat verband houdt met externaliteiten, met name op het gebied van vervuiling, volksgezondheid en klimaatverandering.

[2] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/FR/TXT/?uri=LEGISSUM:l28012

[3] https://www.consilium.europa.eu/fr/infographics/fit-for-55-eu-emissions-trading-system/

[4] https://sandbag.be/carbon-price-viewer/

Deel dit artikel

Meer artikels

2025-05-22-ETS2
le statut de client proétég protège les ménages les plus vulnérables

Hulpmiddelen

Infor GasElek biedt u verschillende tools

De lente komt van binnenuit