Het sociaal tarief voor gas en elektriciteit is een essentieel instrument om te beschermen
de meest precaire huishoudens in België.
Dankzij een berekeningsmethodologie opgesteld door de CREG,
de federale energieregulator biedt dit tarief over het algemeen aan
prijzen lager dan die van de markt.
Bovendien beperkt een aftoppingsmechanisme de impact van schommelingen in de energieaandelenmarktprijzen op kwetsbare groepen.
1. De evolutie van de sociale tarieven tussen 2023 en 2024
Periode | Elektriciteit in centen per kWh | Gas in centen per kWh |
23 januari – 23 maart | 28,579 | 3,729 |
23 april – 23 juni | 30,782 | 4,084 |
23 juli – 23 september | 22,238 | 4,471 |
23 oktober – december 23 | 21,568 | 4,902 |
24 januari – 24 maart | 23,441 | 5,371 |
24 april – 24 juni | 18,183 | 4,331 |
juli 24 – 24 september | 17,203 | 4,457 |
24 oktober – december 24 | 18,923 | 5,126 |
Variatie over de periode 01/2023-12/2024 | – 34 % | + 37 % |
Wat elektriciteit betreft, is het sociale tarief gestegen van 28,6 c€/kWh in het eerste kwartaal van 2023 naar 18.923 c€/kWh in het laatste kwartaal van 2024, een daling met 34 %. De CREG paste het aftoppingsmechanisme toe bij haar berekening gedurende de eerste helft van 2023. Dit mechanisme werd echter niet langer toegepast vanaf het derde kwartaal, aangezien een ergens in België voorgestelde commerciële prijs lager was dan het toen berekende sociale tarief. Deze commerciële prijs diende vervolgens als basis voor het vaststellen van de maatschappelijke prijs. Vanaf het laatste kwartaal van 2024 is het sociaal tarief opnieuw gemaximeerd.
Wat gas betreft, is het sociale tarief met 37 % gestegen, van 3,7 c€/kWh in het eerste kwartaal van 2023 naar 5,126 c€/kWh in het laatste kwartaal van 2024. Deze stijging is het gevolg van het plafond dat elk kwartaal wordt toegepast, met uitzondering van van het 2e en 3e kwartaal van 2024, waar het sociale tarief gebaseerd was op een lagere commerciële prijs.
2. Vergelijking van prijzen van sociale tarief- en commerciële contracten
De volgende grafiek vergelijkt het verschil tussen de prijzen van commerciële contracten met variabele prijs, vaste prijs en het sociale tarief voor elektriciteit. Door rekening te houden met alle componenten van de facturen (gemak, netwerkgebruik, belastingen en accijnzen) stellen we vast dat het sociale tarief tot het einde van het 1e kwartaal van 2023 aanzienlijk lager bleef dan de gemiddelde commerciële prijzen. tussen het sociale tarief en de prijzen van commerciële contracten is kleiner geworden, waardoor deze laatste concurrerender zijn geworden. Vanaf het 3e kwartaal van 2023 wordt deze kloof echter weer groter. Tussen januari 2023 en december 2024 bedraagt het verschil tussen het sociaal tarief en de prijzen van contracten met een variabele prijs gemiddeld 7,8 c€/kWh, en bedraagt het verschil tussen het sociaal tarief en de contracten tegen een vaste prijs 13 c€/kWh. 2024.
Figuur1. Vergelijking van de evolutie van de prijs van het sociale en commerciële tarief voor elektriciteit in 2023-2024: voor beide contracttypes omvatten de prijzen alle componenten kWh betaald door huishoudens.
Wat gas betreft, laat de grafiek een duidelijker verschil zien tussen de commerciële prijzen en het sociale tarief[1], vooral begin 2023. Deze kloof wordt in de loop van 2024 geleidelijk kleiner. Gemiddeld bedraagt de kloof tussen het sociale tarief en de prijzen van contracten met variabele prijs voor gas 3,5 c€/kWh, en 3,8 c€/ kWh[2] vergeleken met contracten met een vaste prijs in 2024.
Hoewel het sociale tarief voor gas is afgetopt om buitensporige stijgingen te voorkomen, blijft het hoog, waardoor de rekeningen voor de meest kwetsbare huishoudens stijgen.
Figuur 2. Vergelijking van de evolutie van de prijs van het sociale en commerciële tarief voor gas in 2023-2024: voor beide contracttypes omvatten de prijzen alle componenten kWh betaald door huishoudens
3. Huishoudens blijven ondanks het sociale tarief in moeilijkheden
Als het sociale tarief lager blijft dan de marktprijzen, geeft de stijging die voor gas in 2024 wordt waargenomen aanleiding tot bezorgdheid, omdat dit leidt tot een aanzienlijke stijging van de rekeningen voor onzekere huishoudens, die nu al met energiearmoede kampen. Ondanks de verlaging voor elektriciteit dreigt de verhoging van het sociale tarief voor gas een extra druk uit te oefenen op de financiën van de meest kwetsbare huishoudens, vooral omdat de gasrekening doorgaans hoger is dan die voor elektriciteit, waardoor de impact van deze verhoging voor deze huishoudens zwaarder wordt.
Hoewel het sociaal tarief bepaalde grenzen kent, blijft het een essentieel instrument om kwetsbare huishoudens te beschermen tegen schommelingen op de energiemarkt. Geconfronteerd met de risico's van een nieuwe energieprijscrisis moet het sociale tarief in zijn huidige vorm worden gehandhaafd en bovendien opnieuw worden uitgebreid tot begunstigden van de verhoogde interventie (BIM). Een dergelijke maatregel zou een bredere bescherming garanderen, wat essentieel is om de meest kwetsbare huishoudens in deze onzekere context te beschermen.
[1] Hoewel het verschil in centen voor gas minder groot is dan voor elektriciteit, is het daarentegen in verhouding groter dan de commerciële contractprijzen.
[2] De kloof die wordt waargenomen tussen de contracten met een sociaal tarief en contracten met een variabele prijs en tussen de contracten met een sociaal tarief en contracten met een vaste prijs is vergelijkbaar, omdat de prijzen van vaste contracten worden berekend voor het jaar 2024, terwijl die van variabele contracten de prijzen voor 2023 en 2024 omvatten. Begin 2023 was de kloof tussen het sociale tarief en de contracten met een variabele prijs bijzonder groot, wat het gemiddelde over deze periode sterk beïnvloedde. Zoals de grafiek laat zien, is het verschil echter veel groter bij contracten met een vaste prijs.