Wat zijn de uitdagingen voor de toegang tot energie met de werkloosheidshervorming?

Door Antoine Printz

De hervorming van de werkloosheidsuitkeringen, die tienduizenden Belgen zal uitsluiten van hun recht op uitkeringen, verstoort niet alleen het inkomen van de huishoudens: ze wijzigt ook hun rechten op het gebied van toegang tot energie.

""Het beperken van de werkloosheid in de loop van de tijd is een maatregel van sociale rechtvaardigheid",zo verdedigt Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de MR, de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen in een artikel op de website van de partij met de bescheiden titel "De juiste verklaring – hervorming van de werkloosheid". Een hervorming, onder leiding van minister David Clarinval, ook hij een hervormer, die nu heel reëel is: het ontwerp van programmawet betreffende de regeling van de werkloosheid werd op 18 juli 2025 door de Kamer goedgekeurd en op 29 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Maar de realiteit is ongetwijfeld zorgwekkender dan de "juiste verklaring" volgens de MR: de RVA heeft al 231.000 brieven opgesteld, die op 15 juli aan het directiecomité van het bureau zijn overhandigd, om de betrokkenen te waarschuwen voor hun op handen zijnde uitsluiting[1]In januari 2026, tijdens de eerste aanvraaggolf, zullen meer dan 50.000 mensen hun recht op een uitkering verliezen, en naar schatting zullen ongeveer 20.000 van hen zich tot de OCMW's wenden om het inkomen van de sociale integratie te verkrijgen.

Deze massale overdracht is uiteraard zorgwekkend voor de portemonnee van duizenden huishoudens en dreigt de verarming van een groot deel van de bevolking te vergroten. Het verzwakt ook het socialezekerheidsmodel en dreigt de lokale overheden, die toch al vaak leegbloeden, te verstikken[2]. Deze uitsluitingen, en de overschakeling van een deel van de betrokkenen op het leefloon, zullen ook gevolgen hebben voor de toegang tot energie. En dat is waar we in dit artikel naar kijken.

1 Beperking van de werkloosheidsuitkeringen

De hervorming beoogt het recht op werkloosheidsuitkeringen te beperken tot maximaal 24 maanden: een basisperiode van 12 maanden, eventueel aangevuld met een bijkomende 12 maanden afhankelijk van de professionele achtergrond. Voorgesteld door minister Clarinval – in een verklaring met triomfantelijke en tevreden accenten – als een "historische hervorming[3]", zou het uiteindelijk minstens 180.000 mensen moeten uitsluiten, waaronder meer dan 40.000 in het Brusselse gewest. In sommige Brusselse gemeenten, zoals Sint-Joost, Molenbeek of Sint-Gillis, kan het aandeel uitgesloten personen 4% van de gemeentelijke bevolking of meer bedragen dan dat.[4].

De hervorming zal geleidelijk worden toegepast, in zes golven tot juli 2027, waardoor de impact in de tijd kan worden gespreid, maar het grote aantal mensen dat door de eerste golf is getroffen, onderstreept de omvang van de verandering en de mogelijke sociale en lokale gevolgen ervan. De hervorming zal dus in verschillende golven worden uitgerold, afhankelijk van de groepen die worden uitgesloten van het recht op een werkloosheidsuitkering:

  • 1e golf – 1 januari 2026 : werkzoekenden in de 3e uitkeringsperiode met minstens 20 jaar volledige werkloosheid tijdens hun loopbaan en werkzoekenden die inschakelingsuitkeringen ontvangen die uiterlijk op 1 januari 2025 zijn geopend.haar januari 2025 zijn geopend.
  • 2e golf – 1 maart 2026 : werkzoekenden in de 3e periode, 8-20 jaar werkloosheid.
  • 3e golf - 1 april 2026 : werkzoekenden in de 3e periode, minder dan 8 jaar werkloosheid.
  • 4e golf - 1 juli 2026 : werkzoekenden in de 2e periode
  • 5e golf – 1 juli 2026 tot 1 juli 2027 : werkzoekenden in de 1e periode, minder dan 5 jaar beroepservaring.
  • 6e golf – 1 juli 2027 : werkzoekenden in de 1e periode, meer dan 5 jaar beroepservaring.

Op 1 januari 2026 zullen naar verwachting bijna 55.000 Belgen hun recht op een werkloosheidsuitkering verliezen. Wat zal er van hen worden? Op basis van de ervaring van 2012, toen de beperking van de inschakelingsuitkeringen voor jongeren een derde van de uitgeslotenen naar het OCMW en het leefinkomen leidde[5], is er reden om te vrezen voor een overbelasting van de lokale diensten. Luc Vandormael, voorzitter van de federatie van Waalse OCMW's, had het al over een risico op een "catastrofe voor de lokale besturen".

Naast de sociale en politieke dimensie heeft deze hervorming ook gevolgen voor het energiebeleid: de verarming van de bevolking in combinatie met de moeilijkheid voor de OCMW's om de vraag te beheren, zou de toegang tot energie kunnen verzwakken en de uitvoering kunnen bemoeilijken van maatregelen ter ondersteuning van de toegang tot energie. Gezien deze verandering van statuut (en de daaruit voortvloeiende verarming) van bijna een op de drie werklozen is het dan ook gepast om zich vragen te stellen bij de toegang tot energie, en tot maatregelen voor de bescherming van die toegang. 

Naast het risico van een verdere verschuiving van een deel van de bevolking naar energiegebrek – nauw verbonden met de beschikbare financiële middelen – zijn er twee mogelijke gevolgen voor de uitgesloten werklozen die een beroep zullen doen op de OCMW's:

  • De automatische toegang tot het sociaal tarief als federale beschermingsmaatregel voor rechthebbenden op een leefloon
  • De mogelijkheid, in het Brussels gewest, tot hetverkrijgen van het statuut van Beschermde Klant voor mensen die schulden hebben bij hun commerciële leverancier.

 2 Status van federale beschermde klant

Mensen die een beroep doen op het OCMW zullen automatisch genieten van het sociaal tarief, aangezien hun statuut als begunstigde van het leefloon hen recht geeft op deze maatregel. Dit tarief wordt immers automatisch toegepast voor bepaalde categorieën: begunstigden van het leefloon, van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) of van bepaalde uitkeringen voor personen met een handicap. De ongeveer 20.000 nieuwe begunstigden van het leefloon die in januari 2026 worden verwacht (en 60.000 in juli 2027 volgens dezelfde schattingen) zullen dus worden toegevoegd aan de ongeveer 500.000 bestaande federaal beschermde klanten[6].

Het is in deze context dat de Ministerraad onlangs een wetsontwerp goedkeurde dat werd ingediend door de minister van Maatschappelijke Integratie, Anneleen Van Bossuyt, en de minister van Sociale Zaken en Armoedebestrijding, Frank Vandenbroucke. Op de melodie van een oud liberaal refrein – dat van passieve begunstigden, die beter af zijn dan degenen "die elke dag worstelen om een baan te vinden "[7]– zal het een kwestie zijn van het beperken van de mogelijkheid van een opeenstapeling van voordelen binnen een huishouden. Zoals al in het regeerakkoord werd aangekondigd: "Om excessen te vermijden, beperken we het geheel van de sociale hulp en uitkeringen", om drie regels later te expliciteren: "We voorzien ook in een plafond voor de opbouw van sociale uitkeringen".[8].

Hetzelfde document voorzag tegelijkertijd in de hervorming van het sociaal tarief door het te veranderen in een "forfaitair bedrag" dat zeker rekening houdt met "inkomen en status", maar ervoor zorgt "elk neveneffect te vermijden dat verband houdt met het onderscheid tussen actief en inactief" (voor de goede verstaander, strijden tegen de beruchte inactiviteitsval die het toekennen van een gereguleerd tarief zou vormen ten opzichte van het markttarief). Men kan dus op beide oren slapen: dit secundaire voordeel (nogmaals: zeer klein) van de uitsluiting uit de werkloosheid en de (eventuele) overschakeling naar een leefloon (wanneer de persoon daarom vraagt!) zou van korte duur moeten zijn als de overheid haar beheersopdracht terdege uitvoert.

Op korte termijn kan echter worden aangenomen dat dit een kleiner kwaad is voor mensen die zijn uitgesloten van werkloosheid: zij zullen iets minder betalen voor hun energie! Laat echter duidelijk zijn dat het sociaal tarief, zelfs automatisch, wordt verkregen op kwartaalbasis. Mensen die in januari worden uitgesloten, weten hun sociaal tarief dus pas toegepast in april of mei, gezien de tijd die nodig is om de dossiers te verwerken. Zelfs als de berekening met terugwerkende kracht is, moet rekening worden gehouden met de impact op een budget dat al vier tot vijf maanden gebukt gaat onder te hoge voorschotfacturen. Het zou dan ook verstandig zijn dat de OCMW's snel attesten voor het sociaal tarief bezorgen aan hun nieuwe begunstigden om de communicatie met de leveranciers te vergemakkelijken en om verminderde voorschotten te onderhandelen op basis van het sociaal tarief in plaats van het commercieel tarief.

3 Brussel: automatisch beschermde klant in geval van schuld

Zoals we hebben gezien, zullen in Brussel naar verwachting op lange termijn bijna 40.000 personen worden uitgesloten, wat overeenkomt met een toestroom van ongeveer 15.000 van hen naar de OCMW's (cfr de eerder vermelde schatting dat het om een derde van de uitgeslotenen zou gaan). Hier ontstaat een Brusselse bijzonderheid, die verband houdt met het gewestelijke statuut van beschermde klant.

Dit statuut bepaalt dat het huishouden in geval van schulden en onder bepaalde voorwaarden tijdelijk overschakelt op een levering door Sibelga, voor de tijd die nodig is om zijn afbetalingsplan met de commerciële leverancier na te komen. Om de meest kwetsbare gezinnen te beschermen, heeft de Brusselse wetgever het statuut van "beschermde klant" opgenomen in de ordonnanties betreffende de organisatie van de elektriciteits- en gasmarkten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is bedoeld voor residentiële klanten die een betalingsachterstand hebben bij hun commerciële leverancier. Voor de duur van de bescherming wordt het huishouden bevoorraad door Sibelga, de "leverancier in laatste instantie", tegen een voordeliger tarief. Dit statuut is een centrale maatregel voor de bescherming van energieverbruikers, waardoor onzekerheid vaak wordt beperkt en in veel gevallen de afsluiting wordt voorkomen. Daardoor kan men profiteren van een sociaal leveringstarief dat lager is dan het commerciële tarief, het zogenaamde regionale sociale tarief.

In de ordonnanties is voorzien dat Sibelga het statuut van beschermde klant automatisch toekent aan huishoudens die genieten van het federaal sociaal tarief en die een ingebrekestelling hebben ontvangen voor een schuld van 150 euro voor één energie of 250 euro voor beide. Bijgevolg zouden nieuwe leefloners in het geval van een dergelijke schuld rechtstreeks kunnen worden overgeschakeld op een levering door Sibelga, voor één of beide energieën.

Bij gebrek aan duidelijke en doelgerichte informatie bestaat er een gerechtvaardigde vrees dat deze huishoudens moeilijkheden zullen ondervinden bij een onaangekondigde verandering van de factureringsautoriteit — van de commerciële leverancier naar de netwerkbeheerder — of zelfs bij een mogelijke dubbele facturering, in het geval dat de status van beschermde afnemer slechts betrekking heeft op een van de twee energieën. Dit misverstand kan concrete gevolgen hebben: onbetaalde facturen aan Sibelga als de nieuwe facturen niet worden gehonoreerd, terwijl de schulden aan de commerciële leverancier behouden blijven. Het risico op verwarring is dus reëel en mag niet worden onderschat.

Dit is des te meer het geval omdat de situatie bij de OCMW's, die te kampen hebben met overbevraging, het mogelijk niet toelaat ondersteuning te bieden op dit vlak, voornamelijk gezien de complexiteit en het feit dat de maatregel zeer specifiek is in vergelijking metde gebruikelijke activiteit van de actoren, wat een grote belemmering kan zijn op hun vermogen om te anticiperen op de ondervonden moeilijkheden en deze op te lossen. Daarnaast speelt ook een organisatorische factor: sommige Cellen Energie op stand-by worden gezet om personeel te mobiliseren om het hoofd te bieden aan de massale instroom van nieuwe begunstigden.

4 Energiebescherming en sociaal statuut

Al met al creëert deze combinatie van factoren — administratieve complexiteit, gebrek aan gerichte ondersteuning, onvoldoende opleiding van actoren en interne reorganisatie van diensten — een omgeving waarin de meest kwetsbare huishoudens niet alleen het risico lopen in financiële moeilijkheden te komen, maar ook niet ten volle te genieten van de bescherming waarop ze recht hebben. De behoefte aan duidelijke en nauwkeurige communicatie die is aangepast aan deze doelgroepen lijkt dan ook een essentiële voorwaarde om de risico's van schulden en misverstanden te beperken.

Het feit dat mensen hun toegang tot energie een beetje beter gewaarborgd zien als ze zich inschrijven bij het OCMW (ervan uitgaande dat ze daarheen gaan) blijft een kleiner kwaad dat niet volstaat om ons volledig tevreden te stellen. Toegegeven, energie zal deze huishoudens iets minder kosten als ze genieten van het sociaal tarief, maar het valt te vrezen dat de trein van rechtse hervormingen nog wel even zal verder rijden, en dat het behoud van de huidige bescherming, op zich al zwak en beperkt, niet gegarandeerd is.

Hoewel het een goede zaak is dat huishoudens worden beschermd door deze systemen die de toegang tot goedkopere energie garanderen en het risico van meterafsluitingen voorkomen, bestaat een risico op een gebrek aan informatie en communicatie voor de begunstigden. Daarnaastmoet ook rekening gehouden worden met de begrotingsdruk op regionaal niveau — niveau dat geen fiscale prerogatieven heeft — van een groot aantal huishoudens dat dit statuut zou bekomen ; statuut dat weliswaar essentieel is voor arme huishoudens, maar duur blijft.

Deze uitdagingen die komen kijken bij de de werkloosheidshervorming zijn van cruciaal belang. Het gaat er natuurlijk om er rekening mee te houden, om de actoren die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de uitgesloten werklozen afdoende te informeren en deze dimensies op een globale manier te integreren in de strijd tegen de uiterst schadelijke maatregelen van deze regering.


[1] Corentin di Prima, "231.000 werklozen bedreigd met uitsluiting", L'Écho, 29 augustus 2025

[2] Zie over dit onderwerp Arnaud Lismond-Mertes en Yves Martens, "Chasse aux chômeurs: 'Un retournement de la norme établie lors de la création de la Sécu '", Ensemble!, nr. 114, november 2024.

[3] "Historische stemming in het parlement: het wetsvoorstel van minister Clarinval dat de duur van de werkloosheid beperkt, wordt aangenomen!", 18/07/25, online beschikbaar: https://www.mr.be/vote-historique-au-parlement-le-projet-de-loi-du-ministre-clarinval-limitant-la-duree-du-chomage-est-adopte/

[4] Volgens de schattingen van het ABVV: https://fgtb-wallonne.be/wp-content/uploads/2025/06/Annexe-Tableau-regions-et-communes-pop-exclue-et-indicateur-de-richesse.pdf

[5] Bruno Van der Linden, professor economie aan het IRES-UCLOUVAIN: https://www.rtbf.be/article/1-chomeur-sur-3-bientot-exclu-5-consequences-previsibles-de-la-reforme-du-chomage-11528556  

[6] CREG, Dashboard — augustus 2025, online beschikbaar: https://www.creg.be/fr/professionnels/fonctionnement-et-monitoring-du-marche/tableau-de-bord

[7] https://www.rtbf.be/article/les-revenus-des-parents-ou-des-enfants-majeurs-vont-etre-pris-en-compte-dans-le-calcul-des-aides-sociales-11577808

[8] Regeerakkoord

Deel dit artikel

Meer artikels

2025-09-26_InforGazElec_Risque-Tarif-Social_CREG
2025-07-03_InforGazElec_Réforme-Tarif-Social

Hulpmiddelen

Infor GasElek biedt u verschillende tools

De lente komt van binnenuit